Morgen spreek ik in het Provinciehuis in Zwolle tijdens een minicongres over klimaat en provinciaal klimaatbeleid. De twee andere sprekers zijn Arthur Petersen van het PBL en Pier Vellinga van Wageningen Universiteit. Een van mijn punten zal zijn dat we nog niet teveel waarde kunnen hechten aan de KNMI-scenario’s, eenvoudigweg omdat klimaatmodellen daar nog niet goed genoeg voor zijn. Pier Vellinga neemt het juist op voor de scenario’s. Het wordt vast een interessante middag. Hier het programma:

Klimaatverandering kan grote gevolgen hebben voor Overijssel.Verdroging op de zandgronden kan landbouw en natuur treffen. De bevaarbaarheid van rivieren en kanalen kan verminderen. Pieken in regenval verhoogt de kans op overstromingen.

Maar… hoe zeker zijn we dat deze effecten zich
zullen voordoen? Rechtvaardigt de kans op die effecten de kosten van maatregelen? En welke maatregelen zijn precies effectief?

Hierover organiseert het Trendbureau Overijssel op 30 oktober van 15.00 tot 17.30 uur een minicongres.

Marcel Crok, schrijver van ‘De Staat van het Klimaat, een koele blik op een verhit debat’, zal ingaan op de twijfels die bestaan over de klimaatverandering en de effectiviteit van lokaal en regionaal klimaatbeleid.

Professor Pier Vellinga, o.a. programmadirecteur van het klimaatprogramma van de WUR, verdedigt het gebruik van de KNMI scenariomodellen in regionale beleidsontwikkeling.

Professor Arthur Petersen, verbonden aan de VU en het PBL, presenteert manieren waarop lokale en regionale bestuurders kunnen omgaan met onzekerheid rond klimaatverandering.

De bijeenkomst vindt plaats in het provinciehuis van Overijssel, Luttenbergstraat 2 te Zwolle.

0 0 stemmen
Artikel waardering