De kop boven dit stuk zal de lezer mogelijk niet verbazen. Volgers van deze blog weten dat klimaatmodellen de grootst mogelijke moeite hebben met het goed simuleren van extremen. Verrassend is echter de bron van deze conclusie, een NWO-artikel van deze week over een onderzoeksproject dat de kloof tussen wetenschappers en belanghebbenden poogt te verkleinen. Arthur Petersen van het PBL leidt dit onderzoeksproject met de lange titel ‘Bridging the gap between stakeholders and climate modellers: demand-driven adaptation assessment for uncertain changes in weather extremes’.

Mijn oog werd extra door het stuk getrokken omdat ik binnenkort in Zwolle bij Trendbureau Overijssel deelneem aan een minicongres over regionaal klimaatbeleid (ik zal binnenkort linken naar het programma), waar naast mijzelf ook Arthur Petersen en Pier Vellinga zullen spreken. Ik neem aan dat Petersen daar meer zal vertellen over dit onderzoeksproject.

Het NWO-bericht begint als volgt:

Informatie over effecten klimaatverandering moet flink anders

1 oktober 2012

Er zit een grote kloof tussen wat de wetenschap aan klimaatvoorspellingen oplevert en wat professionals in de praktijk aan informatie nodig hebben om adaptatiemaatregelen te kunnen treffen. Dit is een van de belangrijkste uitkomsten tot nu toe van het project ‘Bridging the gap between stakeholders and climate modellers: demand-driven adaptation assessment for uncertain changes in weather extremes’.

Welnu, dat is ook zo ongeveer de boodschap die ik de Statenleden van de provincie wilde meegeven, dus het is goed om te lezen dat Petersen en ik wat dat betreft op één lijn zitten. Een andere passage die interessant is:

Alarm over onbetrouwbaarheid van informatie

De onderzoekers constateerden allereerst dat de klimaatvoorspellingen over weersextremen enorm onbetrouwbaar zijn. ‘De onzekerheden zijn erg groot en als er al uitspraken worden gedaan, blijken ze vaak niet gestaafd te worden door de werkelijkheid. De klimaatwetenschap levert vooral kansberekeningen op. Maar de werkelijkheid is nu eenmaal weerbarstiger. Het is dan ook de vraag wat beleidsmakers aan dergelijke kansberekeningen hebben [vet door MC]. Maar ook op zichzelf is dit al een opmerkelijk onderzoeksresultaat, waarover we dan ook in de wetenschappelijke journals de alarmbel zullen laten rinkelen.’

Op internet (google de titel van het onderzoek) is een tussenrapport te vinden dat duidelijk maakt dat de onderzoekers tot nu toe vooral naar extreme temperaturen hebben gekeken. Ze vergeleken daarbij modelsimulaties met waargenomen temperatuurextremen en constateren droogjes in hun rapport dat:

15) The first analyses mentioned above suggested that RCMs had considerable difficulty reproducing observed trends in extremes. The focus of the research was shifted to characterising this property of RCMs.
16) Results of this comparison between RCMs and observations have been presented and discussed internally at KNMI, most importantly to the core group working on the upcoming new climate scenarios (KNMInext).

Ik kijk met veel belangstelling uit naar de volgende KNMI-scenario’s die volgend jaar gepresenteerd worden. Eerder dit jaar concludeerde een KNMI-studie al dat regionale modellen neerslag niet goed kunnen simuleren. Ik ben benieuwd wat voor consequenties voor de bruikbaarheid van KNMI-scenario’s de KNMI-onderzoekers trekken uit de recente studies die ze hebben gedaan.

In mijn boek (pag. 165) ga ik namelijk een stap verder, de lijn volgend van Roger Pielke sr.:

Maar dit soort nuanceringen doen niets af aan het feit dat het volgens Pielke onmogelijk is om realistische regionale voorspellingen te doen met de huidige generatie modellen. Toch gaat ook in Nederland iedereen ijverig aan de slag met de klimaatscenario’s.
Rijkswaterstaat, gemeenten, waterschappen, natuurorganisaties, iedereen baseert zijn beleid op deze scenario’s als de beste inschatting voor onze toekomst. Het gaat dan om zaken als het verhogen van dijken, het vergroten van riolen en het bouwen van hittebestendige woningen. Zijn de KNMI-onderzoekers zich niet bewust van de opvattingen van Pielke of hebben ze goede argumenten dat hij ernaast zit?

Pielke stelt geregeld op zijn blog dat het gebruik van scenario’s zoals de KNMI-scenario’s beleidsmakers op het verkeerde been zetten. De regionale modellen waarmee de scenario’s gedaan worden hebben namelijk nog geen skill en geven beleidsmakers daarom een vals beeld van waar het naartoe gaat. Ze claimen meer zekerheid dan wetenschappelijk gezien verantwoord is en ze kunnen ertoe leiden dat we ons blikveld vernauwen.

Het kan een interessante middag worden in Zwolle.

0 0 stemmen
Artikel waardering